Samenwerken
Samenwerken betekent dat elk groepslid meedoet en beslist. Van belang voor een goede samenwerking zijn een goede taak/rolverdeling, een goed tijdschema en hoe je met elkaar omgaat.
Luister
goed
naar elkaar en houd rekening met elkaar. Laat ieder groepslid zeggen
wat hij wil doen. Je mag best voor jezelf opkomen!
Bespreek
de meningsverschillen. Geef opmerkingen op een vriendelijke en
duidelijke manier zonder ruzie te maken. Zorg ervoor dat ieder groepslid het
beste tot zijn recht komt.
Spreek
goed af wat elk groepslid van je groep doet en houd je aan de afspraken.
Zeker bij een grote opdracht is het van belang dat elk groepslid zich houdt
aan de gemaakte planning.
Controleer
de planning regelmatig met alle groepsleden: wie moet wat op welk
moment afhebben/uitvoeren.
Breng
goed verslag uit aan elkaar, het is belangrijk dat je elkaar goed op de
hoogte houdt. Je kunt elkaar vragen stellen over wat er al bereikt is en
welke problemen men is tegenkomen.
Voel
je samen verantwoordelijk voor het resultaat.
Niet
alleen de gemaakte opdracht moet je inleveren, maar ook een werkverslag.
In het werkverslag moet duidelijk terug te vinden zijn de verrichte
werkzaamheden van week tot week en de taakverdeling binnen de
groep: wie heeft wat gedaan op welk moment. Het werkverslag
eindig je met de volgende opdracht: elkaar beoordelen/ elkaar een cijfer
geven.
Bij
het geven van een cijfer aan elkaar sta je stil bij de samenwerking, de taak/rolver-deling
en de inzet van ieder groepslid.
Ieder
groepslid moet het eens zijn met de gegeven cijfers, of de cijfers nu gelijk of
ongelijk zijn! Bij het geven van de cijfers geef je een verklaring.
Nog een algemene opmerking:
Samenwerking is ook:
-
samen verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van
jezelf
čn van je groepsleden.
-
samen verantwoordelijk zijn voor het materiaalgebruik.
Het stappenplan
Bij
het maken van de taakverdeling en het werkverslag ga je altijd op een bepaalde
manier te werk: je neemt steeds een aantal stappen om de opdrachten goed te
kunnen uitvoeren. Door te werken met het stappenplan werk je sneller en vooral
beter (samen).
Het
stappenplan:
STAP 1: |
Wat
is ons doel? Met je groepsleden bepaal je welk doel je wilt bereiken.
|
STAP 2: |
Welke informatie hebben we nodig?Je gaat met je groepsleden op zoek naar informatie die je nodig hebt. Ook kun je vragen naar de mening van anderen.
|
STAP 3: |
Wat kiezen we?Je moet nu met je groepsleden beslissen wat je gaat doen.
|
STAP 4: |
Wat moeten we voorbereiden?Maak een plan voor alles wat gedaan moet worden. De taak/rolverdeling moet nu duidelijk zijn. Zo ook het tijdschema (de planning).
|
STAP 5: |
En nu aan de slag! Ieder groepslid voert nu uit wat door hem of haar gedaan moet worden. Informeer elkaar regelmatig over de stand van zaken, de vorderingen van de werkzaamheden en bewaak het tijdschema (de planning) met de hele groep.
|
STAP 6: |
Hoe
ging het? Kijk
nu terug op de werkwijze, de taakverdeling, het tijdschema (de
planning) en de inzet van jezelf en je groepsleden. Vraag je als groep af: wat doen we de volgende keer anders? |