Samenwerken

terug naar index

Samenwerken betekent dat elk groepslid meedoet en beslist. Van belang voor een goede samenwerking zijn een goede taak/rolverdeling, een goed tijdschema en hoe je met elkaar omgaat.

 

 

Tips om een goede samenwerking te bereiken:

 

         

 

 

 

 

 

Niet alleen de gemaakte opdracht moet je inleveren, maar ook een werkverslag. In het werkverslag moet duidelijk terug te vinden zijn de verrichte werkzaamheden van week tot week en de taakverdeling binnen de groep: wie heeft wat gedaan op welk moment. Het werkverslag eindig je met de volgende opdracht: elkaar beoordelen/ elkaar een cijfer geven.

Bij het geven van een cijfer aan elkaar sta je stil bij de samenwerking, de taak/rolver-deling en de inzet van ieder groepslid.

Ieder groepslid moet het eens zijn met de gegeven cijfers, of de cijfers nu gelijk of ongelijk zijn! Bij het geven van de cijfers geef je een verklaring.

 

Nog een algemene opmerking:

Samenwerking is ook:        

- samen verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van jezelf čn van je groepsleden.

- samen verantwoordelijk zijn voor het materiaalgebruik.

   

 

Het stappenplan

  

Bij het maken van de taakverdeling en het werkverslag ga je altijd op een bepaalde manier te werk: je neemt steeds een aantal stappen om de opdrachten goed te kunnen uitvoeren. Door te werken met het stappenplan werk je sneller en vooral beter (samen).

 

Het stappenplan:

 

STAP 1:

Wat is ons doel?

Met je groepsleden bepaal je welk doel je wilt bereiken.

 

STAP 2:

Welke informatie hebben we nodig?

Je gaat met je groepsleden op zoek naar informatie die je nodig hebt. Ook kun je vragen naar de mening van anderen.

 

STAP 3:

Wat kiezen we?

Je moet nu met je groepsleden beslissen wat je gaat doen.

 

STAP 4:

Wat moeten we voorbereiden?

Maak een plan voor alles wat gedaan moet worden. De taak/rolverdeling moet nu duidelijk zijn. Zo ook het tijdschema (de planning).

 

STAP 5:

En nu aan de slag!

Ieder groepslid voert nu uit wat door hem of haar gedaan moet worden. Informeer elkaar regelmatig over de stand van zaken, de vorderingen van de werkzaamheden en bewaak het tijdschema (de planning) met de hele groep.

 

STAP 6:

Hoe ging het?

Kijk nu terug op de werkwijze, de taakverdeling, het tijdschema (de planning) en de inzet van jezelf en je groepsleden.

Vraag je als groep af: wat doen we de volgende keer anders?